Je noemt iets wat je mee zou nemen op vakantie en kopieert wat degene boven jou gezegd heeft en plakt het. Je doet er zelf een voorwerp bij.
Ik begin.
Ik ga op vakantie en neem mee: een tent
Ik ga op vakantie en neem mee: een tent en een luchtbed
Ik ga op vakantie en neem mee: een tent, een luchtbed, een badeend
Ik ga op vakantie en neem mee: een tent, een luchtbed, een badeend en een hond
Ik ga op vakantie en neem mee: een tent, een luchtbed, een badeend, een hond, een gasbrander
Ik ga op vakantie en neem mee: een tent, een luchtbed, een badeend, een hond, een gasbrander en een Surface Laptop. Omdat het kan.